Post Tagged ‘Matt Leacock’

Omdat het bijna Kerstmis is, krijgt u vandaag twee recensies voor de prijs van één.  Laten we dus beginnen met de eerste: ‘Pandemie’ is een fijn co-op spel, dat de norm zette voor veel coöperatieve gezelschapsspelen die later kwamen.  Het speelt vlot, het voelt heel elegant aan en het heeft de neiging om mij te laten verzuipen in angstzweet, elke keer een infectiekaart omgedraaid wordt.  Kortom, een spel waar ik wel nogal in kan opgaan.  Het spel is af, meer moet zoiets voor mij niet zijn.  Ziezo, recensie 1 klaar…  Check!

Maar waarom zou iemand die bij zijn volle verstand dan een spel kopen dat ook bekend is onder de naam ‘Pandemie light’?  Of ‘Pandemie Junior’ of ‘My First Pandemie’?  Is dat niet zoals een Ferrari bezitten, maar toch met een Fiat Panda rijden, want dat is toch ook een Italiaanse auto?

Het gaat natuurlijk om ‘Verboden Eiland’ of ‘Forbidden Island’, een spel van Matt Leacock… die dan ook weer niet toevallig de ontwerper is van ‘Pandemie’.  Euh, volgt u nog?

Want toch heeft ‘Forbidden Island’ fans.  Heel veel fans zelfs…  En niet enkel je kleine puberneefje dat denkt dat ‘Agricola’ een soort soepgroente is, maar ook een heleboel hardcore euro-gamers (het type dat gaat slapen met zijn/haar doos van ‘Le Havre’)  hemelen het spel op.  Even tijd om zelf eens te gaan kijken hoe het zit… de review!

Het verhaal:

Het zou een slechte B-film kunnen zijn.  Je maakt deel uit van een team schattenjagers, een soort van A-Team dat wordt uitgestuurd om op het laatste ogeblik schatten te gaan opgraven op plekken waar u niet snel een Club Med zal tegenkomen.  En zoals het ook in elke cliché-film hoort, heeft ieder lid van het team zijn eigen specialiteit.  En die specialiteiten zal je hard nodig hebben, want de schat is dit keer op te graven op een eiland dat onder water dreigt te verdwijnen.  Kan het team de vier onderdelen van de schat op tijd vinden – of zijn ze allemaal voer voor de vissen?

Het spel:

Zij die de regels van ‘Pandemie’ kennen, kunnen alvast een mooi zonnehoedje vouwen van het het spelregelboekje (altijd handig op een tropisch eiland) en beginnen spelen.  Vervang enkel de virussen door wateroverlast, en de mechaniek van het spel blijft hetzelfde.

Voor diegenen die nog nooit ‘Pandemie’ hebben gespeeld, gaat het spel als volgt: op een eiland van 24 tegels groot zijn 4 schatten te vinden.  Elke schat heeft twee tegels waar ze gevonden kan worden (voor de liefhebbers: Schrödinger’s ScHat!).  Er is ook nog een tegel waar de helikopterlandingsplaats zich bevindt.  Maar je kan niet zomaar naar zo’n tegel lopen en de schat opeisen – er moet ook voor gewerkt worden.  En ondertussen lopen de vervelende eilandtegels nog onder water ook…

Elke ronde mag ieder teamlid eerst 3 acties uitvoeren.  Dat kan zijn: één stapje zetten, dat spreekt voor zich.  Of je kan één natte tegel droogleggen, wat erg handig is – want als een tegel voor de tweede keer overstroomt, verdwijnt die definitief in de diepte.  Je kan ook één schatkaart doorgeven aan een teamlid dat op dezelfde tegel als jij staat (het is tenslotte een coöperatief spel!)  En als laatste mogelijkheid kan je voor één actie ook – onder bepaalde voorwaarden – een schat opgraven.  Je mag natuurlijk ook een bepaalde actie meer dan één keer uitvoeren.

Heb je de drie acties uitgevoerd, dan moet je twee schatkaarten trekken.  Meestal is dat een kaart in één van de vier kleuren van de schatten.  Die heb je nodig, want één van de voorwaarden om een schat op te graven, is dat je 4 schatkaarten hebt in dezelfde kleur als de schat – de andere voorwaarde is trouwens dat je op de juiste eilandtegel staat.  Je kan ook een hulpmiddel trekken: een helikoptervlucht, om je even wat sneller te verplaatsen over het eiland of een zandzakje, een instant éérste-hulp-bij-droogleggen als het ware.  Maar tenslotte kan je ook een overstromingskaart trekken, en dan zijn de gevolgen vaak desastreus.  Maar daarover later meer.

Na je drie acties en het trekken van de schatkaarten, neem je even de rol aan van het boosaardige eiland.  Hoe je dat uitbeeldt, laat ik aan jullie fantasie over, maar je moet in ieder geval ook zoveel vloedkaarten trekken als de vloedmeter aangeeft.  Elke vloedkaart stelt een eilandtegel voor die je moet laten onderlopen (omdraaien, dus laat dat waterglas maar staan!)  Is een eilandtegel echter al ondergelopen/omgedraaid, en wordt de kaart opnieuw getrokken, dan zinkt dit deel van het eiland naar de bodem en verdwijnt dus uit het spel.  Zo wordt het natuurlijk al snel wat krap op het eiland…

En om het allemaal nog wat erger te maken, zijn er dus nog die overstromingskaarten.  Als je deze trekt, worden alle vloedkaarten die reeds getrokken waren, opnieuw geschud en BOVENOP de vloedkaartenstapel… met als gevolg dat deze dus weer eerst getrokken zullen worden bij de volgende overstromingskaart.  En ook de vloedmeter stijgt een niveau, waardoor iedereen elke beurt dus een vloedkaart meer zal moeten trekken .  ‘Pandemie’, weet u nog wel?

Gelukkig is niet alles kommer en kwel op ons eiland, je bent er tenslotte met een hoop vrienden.  Maar voor je op het strand kan gaan liggen en de barbecue kan aansteken, zal je eerst moeten proberen om niet te verzuipen in angstzweet en zeewater, en kan je maar best je speciale eigenschappen gebruiken.  Zo heb je de Diver, die door diep water kan zwemmen – wat handig is als een stuk eiland van de rest is afgesloten.  Je hebt de Explorer, die wat sneller is dan de anderen en ook diagonaal mag lopen en droogleggen.  De Navigator kan dan weer in een staat van opperste concentratie een andere speler oppakken en twee tegels verder neerzetten, terwijl de Pilot zichzelf dan weer kan oppaken en eender waar op het eiland kan neerzetten.  Tenslotte heb je nog de Engineer, die twee tegels tegelijk kan droogleggen, en de Messenger, die met zijn draagbare fax-machine gekleurde schatkaarten kan doorsturen naar andere spelers elders op het eiland.  Je speciale eigenschap kan je éénmaal per beurt gebruiken voor één actie.  De ene eigenschap lijkt al wat beter dan de andere, maar het is dikwijls de combinatie en strategie die je uitdoktert, die zal bepalen of je de vier schatten vindt… of je een snelcursus onderwater-ademen zal moeten volgen.

Trouwens, als je, door een combinatie van moed en heldendaden, van zweet en tranen en weet-ik-wat-nog-meer er met je team in geslaagd bent de schatten alle vier op te graven… dan ben je nog niet gewonnen.  De ultieme win-voorwaarde is immers dat je met je hele team (we laten niemand achter!), met de vier schatten (voor minder doen we het niet!) op de helikopterlandingsplaats-tegel geraakt én er iemand een helikoptervlucht-kaart speelt.  Dan volgt het eind-shot van onze film: een helikopter die wegvliegt tegen de ondergaande zon, terwijl onder je de laatste torenspits van het verboden eiland net onder de zeespiegel verdwijnt…

De meerwaarde:

Het is een coöperatief spel, wat maakt dat er behoorlijk wat interactie is tussen de spelers.  Je probeert samen tot de beste strategie te komen, wat soms leidt tot verhitte discussies – maar je moet er samen uitkomen.  Geen kans om iemand in de eilandraad van het eiland te stemmen.  Al zou dat nog een grappige variant zijn…

Wat dat betreft is het ook leuk dat het spel een hondstrouwe, maar ook zeer actieve fans heeft.  Daardoor zijn ondertussen al een heleboel variaties opgedoken, van nieuwe rollen tot andere lay-outs van het eiland.  Dit verhoogt de herspeelbaarheid natuurlijk enorm.

En dus:

… is de vraag die iedereen zich nog steeds stelt: het is wel degelijk een goed spel, maar heeft dit spel nu eigenlijk wel een bestaansreden naast ‘Pandemie’ of zou het best ergens in de diepzee belanden?

Het antwoord is absoluut.  Een reden tot bestaan bedoel ik dan hé, niet de diepzee.

Vreemd?  Niet echt.  Misschien heb je al wel door dat ik een liefhebber ben van originele bordspel-mechanismes en absoluut niet sta te springen om de zoveelste kloon van een populair bordspel, maar hier maak ik met plezier een uitzondering voor.  ‘Pandemie’ speelt immers elegant, strategisch en zorgt er voor dat je ongeveer anderhalf uur met de billen samengeknepen zit te spelen.  ‘Forbidden Island’ zorgt voor een ietswat andere ervaring: het speelt ruwer, harder en een pak sneller – en het zorgt er ook voor dat je hart zowat 200 keer vlugger slaat.  Na goed 30-40 minuten ben je blij dat het spel afgelopen is, of je zou kunnen afgevoerd worden met een oververhit hart.  Ter vergelijking: als ‘Pandemie’ een vloeiende, strategische karateslag zou zijn, netjes geplaatst tussen je tweede en je derde halswervel – dan is ‘Forbidden Island’ een kopstoot.  En wat voor één!

naam: ‘Verboden Eiland’
designer: Matt Leacock
uitgeverij: White Goblin Games
jaar: 2010
aantal spelers: 2 tot 4
tijd: 30 min